Leerlijnoverzicht eerste half jaar
Getalbegrip: Telrij tot en met 1 000 000 Uitspraak en schrijfwijze van de getallen (800 000 en 0,8 miljoen) De opbouw en positiewaarde van de getallen Getallen samenstellen Getallen op volgorde plaatsen Positioneren van getallen Optellen en aftrekken: Optellen en aftrekken tot en met 1000 en tot en met 10 000 (handig rekenen en schatten) Optellen en aftrekken tot en met 100 000 37 500 + ... = 50 000; 30 000 – 30 =) Cijferend optellen en aftrekken tot 10 000 Cijferend optellen en aftrekken van geldbedragen tot € 1.000,– Vermenigvuldigen: Handig rekenen (30 × 60 =;25 × 12 =) en schatten(46 × 97 ≈) Vermenigvuldigen met factor 10, 100 en 1000 (10 × € 3,60 =;100 × € 3,60 =; 25 × 4000 =) Cijferend vermenigvuldigen (7 × 53 =; 8 × 177 =; 15 × 28 =) Delen: Delen van geldbedragen (€ 5,20 : 4 =; € 1.000 : 5 =) Schattend delen (1189 : 39 ≈ ; 20 000 : 11, meer of minder dan 2000?) Introductie en oefening herhaald aftrekken (456 : 7 =; 432 : 12 =) Kommagetallen: Kommagetallen bij geld, lengte, inhoud, gewicht en temperatuur Maatverfijning bij kommagetallen Positieschema bij kommagetallen Kommagetallen op volgorde zetten Kommagetallen met 1 en 2 cijfers vergelijken (Wat is meer: 2,15 of 2,5?) | Leerlijnoverzicht tweede half jaar Getalbegrip: Getallen groter dan 1 000 000 Uitspraak en schrijfwijze van de getallen (7 500 000 en 7,5 miljoen) De opbouw van de getallen (positieschema) Getallen afronden op 100 000 (5 865 750 ≈ 5 900 000 of 5,9 miljoen) Tellen met sprongen Romeinse cijfers Optellen en aftrekken: Optellen en aftrekken tot en met 1000 en tot en met 10 000 (handig rekenen en schatten) Optellen en aftrekken tot en met 1 000 000 (400 000 + 50 =; 400 000 – 50 =) Optellen en aftrekken van kommagetallen (3,5 + 0,8 =; 9,45 – 3,4 =) Cijferend optellen en aftrekken tot 10 000 Cijferend optellen en aftrekken van geldbedragen tot € 10.000,– Vermenigvuldigen: Handig rekenen (40 × 25) en schatten (21 × 72 ≈) Vermenigvuldigen van geldbedragen (10 × €2,50 =; 100 × € 0,45 =; 5 × € 1,96 ≈) Cijferend vermenigvuldigen (95 × 36 =; 6 × 1425 =) Cijferend vermenigvuldigen van geldbedragen (6 × € 15,38 = Delen: Delen van geldbedragen (€ 719 : 10 =) Schattend delen (9985 : 50 ≈) Herhaald aftrekken (861 : 14 =; 6230: 35=) Kommagetallen: Kommagetallen bij geld, lengte, inhoud, gewicht en temperatuur Kommagetallen met 1, 2 en 3 cijfers achter komma Afronden op een heel getal Positieschema bij kommagetallen Kommagetallen op volgorde zetten (9,9 km – 0,19 km -0,095 km) Breuken: Deel van een geheel (25 is het ... deel van 100; 1/3 minuut is ... seconden) Breuken vergelijken (Wat is meer: 1/4 of 1/3?) Breuken op de getallenlijn Optellen en aftrekken van gelijknamige breuken Introductie en oefening gelijkwaardige breuken Relatie breuken en kommagetallen (1/2 = 0,... ; 1/5 = 0,...) Procenten: Introductie, begripsvorming Korting berekenen (50%, 25%, 20%, 10%) Koppeling procenten en Cirkeldiagram Geld: Toepassingen (onder andere aanbiedingen vergelijken) Schattend optellen van geldbedragen (Heb je genoeg aan € 50,–?) Vermenigvuldigen van geldbedragen (4 × € 1,95; 200 × € 0,25; ... × € 3,50 = € 7,00) Tijd: Tijdsduur (Hoeveel ben je te laat; Hoelang duurt de busreis?) Datumnotatie (30-08-1985) Introductie en oefening honderdsten van seconden Tijd, afstand, snelheid Rekenen met tijdseenheden (1 minuut = ... seconden;1 jaar = ... dagen) Meten: Introductie decameter (dam) Herhaling alle bekende lengtematen, inclusief veelvoorkomende herleidingen Kommagetallen bij lengte (27,8 km; 25,75; 4,134 km) Afstanden op een kaart (verschillende schalen) Omtrek berekenen met formule ‘2 × lengte en 2 × breedte’ Oppervlaktes berekenen met de formule ‘lengte × breedte’ Introductie hectare en vierkante kilometer Breuken: - Deel van een geheel ( 3/4 deel van € 600; 3/100 van € 1.600 =; 2/3 deel van € 895 ≈) Deel van hoeveelheid als breuk noteren (20 minuten is ... deel van 1 uur) Gelijkwaardige breuken Breuken vergelijken ( 1/2 of 1/5:wat is meer, hoe groot is het verschil?) Breuken op de getallenlijn Relatie breuken, kommagetallen en procenten ( 3/10 = 0,3 = 30%) Procenten: Korting en nieuwe prijs berekenen (20%, 40%, 5%, 15%) Hoeveel procent korting? (oude prijs € 200,–nieuwe prijs € 150,–) Rekenen via 1% (3% van€ 1.200,–) Schattend rekenen (19 van198 ≈ ... %) Meer dan 100%(800 gram,tijdelijk8%meer) Relatie procenten/verhoudingen (4 op 5 is ...%) Geld: Toepassingen (onder andere aanbiedingen vergelijken) Schattend optellen van geldbedragen (Heb je genoeg aan € 25,–?) Afronden bij geldbedragen (€ 3,37 wordt afgerond op ...) Wisselgeld teruggeven Vermenigvuldigen van geldbedragen (... × € 5,50 =€ 33,–) Tijd: Kalender Tijdsduur (onder andere vertrektijden en vertragingen) Datumnotatie (30-08-1985) Relatie tijd-afstand Meten: Maat kiezen uit verschillende maatsystemen Herhaling alle lengtematen, inclusief veelvoorkomende herleidingen Kommagetallen bij lengte (verschil 1,5 m en 1,45 m;7,80 m = ... cm; 23,5 km = ... m) Afstanden op een kaart (verschillende schalen) Schaal berekenen |